Australische Herder

Karakter

De natuurlijke veelzijdigheid van de Australische Herder of ‘Australian Shepherd’ maken hem geschikt als boerderijhond en huisgezel. Ze zijn namelijk onvermoeibaar en gehard in hun werk. Toch hechten ze zich ook sterk aan hun gezin als huisbeschermer. Ze kunnen algemeen dan ook goed met kinderen overweg. Als alerte wakers blaffen ze enkel bij gevoel van dreiging. Ze zijn bijzonder slim en leergierig dus ook erg geschikt om te trainen.

Uiterlijk

Het reutje van de ‘Aussie’ is gemiddeld zo’n 50 tot 58 cm hoog. Teefjes zijn doorgaans wat kleiner met een 45 tot 53 cm hoogte. Mannetjes wegen meestal ook meer dan vrouwtjes. Ze wegen 23 tot 30 kg terwijl vrouwtjes tussen de 14 en de 20 kg wegen. De opvallende vacht van dit prachtige ras komt in verschillende kleuren. Zwart, blauw merle, rood en rood merle zijn de meest voorkomende. Op de snuit, borst en achterpoten kunnen ook bruine of witte aftekeningen voorkomen. Ook hun ogen vertonen verscheidene tinten: blauw, amber, hazelnoot en nog een boel andere bruintinten. Er bestaat een variant van de Australische Herder met een natuurlijk ingekorte staart: de zogenaamde ‘stumpy tail’. Ook deze zijn bij ons verkrijgbaar.

Andere bijzonderheden

Bij een Australische Herder is vroege socialisatie belangrijk. Dit ras vraagt ook om ontzettend veel beweging. Een kort wandelingetje per dag is lang niet voldoende. Het liefst van al zijn ze vlijtig aan het werk voor hun baasje. Het onderhoud van deze hond valt dan weer heel goed mee. Hij verhaart maar twee keer per jaar, wat matig is. Af en toe hun vacht eens borstelen met een stevige borstel is voldoende. Wassen is niet nodig, tenzij de vacht echt heel vuil is wegens omstandigheden. Door hun scherp leervermogen zijn ze gemakkelijk te trainen maar hebben ze veel variatie nodig. Oefeningen herhalen vinden ze al snel saai. Doorgaans wordt de ‘Aussie’ tussen de 12 en de 13 jaar.