De Hongaarse vizsla (uitgesproken als ‘wiezjla’) is een elegante prima gezelschapshond met een goed jachtinstinct. Daarom is hij ook een uitstekende jager, gespecialiseerd in het vangen van hoogland-wild en apporteren van waterwild. De vizsla is bovendien een getalenteerd spoorzoeker en is van nature heel gedisciplineerd. Hij is zeer geschikt om louter als familiehond te houden, maar dan heeft hij een stevige dagelijkse portie beweging nodig.
Qua uiterlijk zijn er twee hoofdvarianten in dit Hongaarse topras: de kortharige en de draadharige variant. Er bestaat ook een langharige vizsla maar die wordt niet officieel erkend. Honden die tot de kortharige variant behoren hebben een korte, gladde, stevige vacht van 3 à 6 cm lang, met of zonder ondervacht. De haren zijn effen donker tarwe- of goudgeel, al dan niet met kleine witte vlekjes op de borst of voeten. Deze honden verliezen wel wat losse haren, maar hun vacht vraagt dan weer weinig onderhoud.
Draadharige Hongaarse vizsla’s hebben kort, ruw en stug vachthaar dat zandgeel is in verschillende schakeringen. De zachte, dichte, wollige ondervacht is lichter van kleur en beschermt tegen allerhande gure weersomstandigheden. Ook bij deze variant komen kleine witte vlekjes voor, op de tenen of op de borst. Wanneer de draadharige vacht ‘rijp’ is, kun je deze plukken. Dan staan de haren namelijk in alle richtingen in bosjes bij elkaar. Een grove borstel helpt om deze hond een dagelijkse kambeurt te geven. Borstels voor terriërs zijn zeer geschikt voor dit ras en een grove kam is ideaal voor de poten. Als je deze honden trimt, zijn ze in één keer al hun dode haren kwijt.
De Hongaarse vizsla wordt zo’n 52 tot 62 cm hoog. Doorgaans zijn teven iets kleiner dan reuen en de draadharige variant ietsje groter dan de kortharige variant. Het gewicht van deze rashond ligt meestal tussen de 22 en de 28 kg. Sowieso zien vizsla’s er stoer en gespierd uit maar toch elegant. Ze hebben een brede schedel met lange, vierkante snuit en middellange hangoren. De ogen zijn ovaal, gemiddeld van grootte en de kleur vormt meestal een harmonieus geheel met de vacht.
De opvoeding van den vizsla is meestal niet bijzonder uitdagend. Van nature plezieren ze graag hun baasje. Het is wel belangrijk dat je consequent blijft. Als je deze hond trimt zodra zijn vacht rijp is en dan nog eens natrimt 4 tot 8 weken daarna, zorgt hij voor niet veel overlast tijdens de ruiperiode. De gemiddelde levensverwachting van de Hongaarse vizsla ligt tussen de 12 en 15 jaar, maar een gezond exemplaar kan daar evengoed ver boven gaan.
Neem een kijkje op de website van Puppy Roedel waar we enkel 100% Belgische pups en kittens aanbieden!